We
inwoners in stad, wijk, dorp en in het wijde land.
establish that:
- zonder auto kan je in Nederland niet overal komen of wegkomen
- openbaar vervoer is pas een alternatief als je erop kan rekenen, overal en altijd, ongeveer zoals een auto
- nu zijn grote delen van het land praktisch onbereikbaar met het openbaar vervoer
- als je eenmaal een auto bezit dan neem je zelden/nooit meer het openbaar vervoer door de hoge maandelijkse lasten en lage variabele kosten
- het openbaar vervoer kan voor meer huishoudens een alternatief worden als er overal gegarandeerd elk kwartier een verbinding is op loopafstand, die (extra) auto kan dan weg
- hoewel minder snel als een eigen vervoersmiddel (in combinatie met de trein) kan het openbaar vervoer een huishouden veel geld besparen en productievere en/of aangenamere reistijd opleveren
- minder autobezit voorkomt files, de kosten van infrastructuur, energie en grondstoffen
- een ov-verbinding hoeft geen volledige bus te zijn; een lokale taxi-onderneming kan ook de opdracht krijgen elk kwartier de bushaltes langs te rijden en passagiers tussen de haltes op te pikken en af te zetten.
- bushaltes kunnen ook af- en ophaalpunten voor pakketten worden die via het ov worden gedistribueerd.
and request
elke inwoner het recht te geven op een frequente en betrouwbare openbaar vervoerverbinding op loopafstand, dag en nacht, zodat je geen auto hoeft te bezitten.